ECLI:NL:CRVB:2005:AU2774
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Weigering van ANW-uitkering en de voorwaarden voor gelijkstelling met nabestaande
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 september 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW). De appellant, die in 1988 was gehuwd met zijn ex-partner, diende een aanvraag in voor een ANW-uitkering na het overlijden van zijn ex-partner op 5 december 2002. De aanvraag werd afgewezen omdat appellant en zijn ex-partner geen gezamenlijke huishouding meer voerden en er geen alimentatieverplichting was vastgelegd in een rechterlijke uitspraak of notariële akte. De rechtbank Leeuwarden had eerder de afwijzing van de aanvraag bevestigd.
Appellant voerde in hoger beroep aan dat er wel degelijk een juridische verplichting tot alimentatiebetaling bestond op basis van een onderlinge overeenkomst, en dat de strikte toepassing van de wet in zijn geval onrechtvaardig was. De Raad overwoog echter dat de wet vereist dat er een formele vastlegging van de alimentatieverplichting is, en dat deze voorwaarde niet was vervuld. De Raad benadrukte dat de wet in formele zin niet kan worden getoetst aan algemene rechtsbeginselen, en dat de omstandigheden van appellant niet voldoende waren om van de strikte wetstoepassing af te wijken.
De Raad concludeerde dat er geen termen aanwezig waren om de eerdere uitspraak te herzien en bevestigde de beslissing van de rechtbank. De uitspraak benadrukt het belang van formele eisen in het bestuursrecht en de noodzaak van duidelijke afspraken omtrent alimentatie om in aanmerking te komen voor een nabestaandenuitkering.