ECLI:NL:CRVB:2005:AU1923
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- A. Beuker-Tilstra
- B. Klaassens
- Rechtspraak.nl
Beoordeling ambtenaar en termijn indienen bezwaren in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin zijn beroep tegen een besluit van de Staatssecretaris van Financiën ongegrond werd verklaard. De zaak betreft de beoordeling van appellant over de periode van 1 november 2000 tot 1 november 2001, waartegen appellant bezwaar heeft gemaakt. De Staatssecretaris heeft de bezwaren aanvankelijk als bedenkingen aangemerkt, omdat de beoordeling nog niet was vastgesteld. Na een wijziging van de beoordeling op 9 juli 2002, heeft appellant op 20 september 2002 bezwaar gemaakt tegen dit besluit. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken bedraagt, en dat deze termijn ingaat op de dag na bekendmaking van het besluit. In dit geval is het besluit op 7 augustus 2002 aan appellant bekendgemaakt, maar zijn bezwaarschrift werd pas op 20 september 2002 ingediend, wat na de termijn was. De Raad oordeelt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, en dat appellant zelf verantwoordelijk is voor het tijdig indienen van zijn bezwaar. De Raad concludeert dat het bestreden besluit in rechte geen stand kan houden en vernietigt zowel het besluit van 6 maart 2003 als de aangevallen uitspraak van de rechtbank.
Daarnaast heeft de Raad de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 18,79 bedragen, en bepaalt dat de Staat der Nederlanden het griffierecht van € 291,- aan appellant vergoedt. De uitspraak is gedaan op 25 augustus 2005.