ECLI:NL:CRVB:2005:AU1915
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- J.E.M.J. Hetharie
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en geschiktheid voor functies in het kader van de WAO
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, die als dakdekker werkzaam was en op 13 december 2000 uitviel wegens rugklachten na een bedrijfsongeval. Het dienstverband eindigde op 21 december 2000 en er volgde een beoordeling in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Verzekeringsarts I. Andriessen concludeerde op 3 oktober 2001 dat appellant beperkingen had als gevolg van zijn lage rugklachten en stelde een belastbaarheidspatroon op. Op basis hiervan selecteerde arbeidsdeskundige M.Th. Hoeben functies en werd het verlies aan verdiencapaciteit vastgesteld op 21,10%. Gedaagde verleende appellant een WAO-uitkering met ingang van 12 december 2001, met een mate van arbeidsongeschiktheid van 15 tot 25%.
Appellant was het niet eens met deze beoordeling en voerde in bezwaar aan dat hij meer beperkt was dan gedaagde had aangenomen. Bezwaarverzekeringsarts J.H.M. de Brouwer concludeerde na onderzoek op 25 februari 2002 dat er geen aanleiding was om de belastbaarheid te wijzigen. Gedaagde verklaarde het bezwaar ongegrond bij besluit van 31 mei 2002. In hoger beroep herhaalde appellant zijn eerdere standpunten en voerde aan dat de rechtbank ten onrechte geen deskundige had benoemd. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat de medische rapportages van de verzekeringsartsen voldoende onderbouwd waren en dat er geen aanleiding was om een deskundige aan te wijzen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het bestreden besluit op goede gronden berustte.
De Raad overwoog dat de ingediende stukken van appellant buiten beschouwing moesten worden gelaten, omdat deze te laat waren ingediend. De Raad concludeerde dat zowel de medische als de arbeidskundige component van de schatting op goede gronden berustten, en dat het bestreden besluit niet voor vernietiging in aanmerking kwam.