ECLI:NL:CRVB:2005:AU1914
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en zorgvuldigheid van medisch onderzoek
In deze zaak gaat het om de herziening van de WAO-uitkering van appellant, die sinds 1987 arbeidsongeschikt is door rugklachten en later ook psychische klachten heeft ontwikkeld. Appellant, die in Turkije woont, heeft hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de herziening van de uitkering, die was vastgesteld op 25 tot 35% arbeidsongeschiktheid, terecht was. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 20 juli 2005, waarbij appellant werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. R.M.J. Lanting, en de gedaagde, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), door mr. N. Strikwerda.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant in 1999 in Turkije is onderzocht door dr. O.A. Sarp, die een aanpassingsstoornis en lumbale discopathie constateerde. Op basis van dit onderzoek heeft de verzekeringsarts L.J. Schaap een belastbaarheidspatroon opgesteld, waaruit functies zijn geselecteerd door arbeidsdeskundige J. Roggeveen. De herziening van de uitkering vond plaats na een herbeoordeling, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid werd vastgesteld op 25 tot 35%.
In de bezwaarfase heeft bezwaarverzekeringsarts W.M. Koek de eerdere beoordeling bevestigd. Appellant heeft in beroep aangevoerd dat de psychische belastbaarheid onvoldoende is onderkend en dat de geselecteerde functies niet passend zijn. De rechtbank heeft echter de medische en arbeidskundige grondslagen van het bestreden besluit onderschreven en het beroep ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellant zich beperkt tot het aanvechten van de overschrijdingen op het aspect van werken onder tijdsdruk bij de functie samensteller van metaalproducten. De Raad heeft geoordeeld dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat er geen nieuwe medische gegevens zijn overgelegd die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de herziening van de WAO-uitkering terecht is geweest.