ECLI:NL:CRVB:2005:AU1436
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- M.C.M. van Laar
- C.M. van Wechem
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake fraudeonderzoek bij horeca-onderneming en correctie van loonadministratie
In deze zaak heeft [naam B.V.] hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Roermond, waarin het beroep van [naam B.V.] tegen een besluit van het Uwv gegrond werd verklaard. Het Uwv had correctienota's en boetenota's opgelegd aan [naam B.V.] naar aanleiding van een fraudeonderzoek dat door de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD) was uitgevoerd. De rechtbank oordeelde dat de berekening van de hoogte van de gecorrigeerde lonen door het Uwv onvoldoende gemotiveerd was.
[naam B.V.] betwistte deze uitspraak en voerde aan dat het Uwv het zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel had geschonden en niet aan de bewijslast had voldaan. Daarnaast stelde [naam B.V.] dat de redelijke termijn was overschreden en dat de hoogte van de boetenota's niet in verhouding stond tot de verwijtbaarheid. Het Uwv daarentegen betoogde dat de berekeningen correct waren en dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de berekeningen onduidelijk waren.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de berekeningen van het Uwv voldoende onderbouwd waren en dat de argumenten van [naam B.V.] niet konden leiden tot een ander oordeel. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van [naam B.V.] niet kon slagen, terwijl het hoger beroep van het Uwv wel slaagde. De Raad bevestigde de beslissing van de rechtbank voor het overige, maar vernietigde de uitspraak waar het ging om de proceskosten en griffierechten.
De Raad benadrukte dat er voldoende bewijs was voor de conclusie dat [naam B.V.] niet-verantwoorde lonen had uitbetaald en dat het Uwv terecht had geconcludeerd dat er sprake was van ernstige fraude. De opgelegde boetenota's werden als gerechtvaardigd beschouwd, gezien de omvang van de fraude.