ECLI:NL:CRVB:2005:AU1036
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- A. Beuker-Tilstra
- K. Zeilemaker
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid tot ontslag op grond van ongeschiktheid anders dan door ziekte of gebrek
In deze zaak gaat het om de vraag of het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn bevoegd was om appellant op grond van ongeschiktheid anders dan door ziekte of gebrek te ontslaan. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht, waarin zijn beroep tegen het bestreden besluit ongegrond was verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 30 juni 2005, waarbij appellant niet aanwezig was, maar gedaagde zich liet vertegenwoordigen door mr. drs. M.P. Korevaar en J. Wiegel.
De Raad overweegt dat de rechtbank in haar uitspraak had vastgesteld dat appellant ten tijde van het ontslag niet in staat was om zijn werkzaamheden te verrichten vanwege ziekte. Appellant had aangevoerd dat er medische oorzaken waren voor zijn arbeidsongeschiktheid en dat de bedrijfsarts dit bevestigde. Gedaagde had echter betoogd dat appellant niet bereid was een functie te aanvaarden en dat hij zich niet meer op de minnelijke regeling kon beroepen.
De Centrale Raad van Beroep concludeert dat gedaagde niet bevoegd was om appellant op grond van ongeschiktheid anders dan door ziekte of gebrek te ontslaan. De Raad vernietigt het bestreden besluit en de eerdere uitspraak van de rechtbank, en oordeelt dat gedaagde in de proceskosten van appellant moet worden veroordeeld. De totale proceskosten worden vastgesteld op € 966,-, en de gemeente Baarn moet het griffierecht van appellant vergoeden.
Deze uitspraak benadrukt het belang van medische oordelen in ontslagzaken en de noodzaak voor werkgevers om zorgvuldig om te gaan met de redenen voor ontslag, vooral wanneer ziekte of arbeidsongeschiktheid in het spel is.