ECLI:NL:CRVB:2005:AU0667
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.G.M. Simons
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsuitkering wegens verrichten van arbeid met loonwaarde
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. M.N. van Geenen, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Roermond. De rechtbank had het beroep van appellant tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo ongegrond verklaard. Dit besluit betrof de intrekking van de bijstandsuitkering van appellant, die was gebaseerd op het feit dat appellant werkzaamheden verrichtte waarvoor hij ten minste het minimumloon kon verdienen. De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak behandeld op 13 juli 2005, maar beide partijen zijn niet verschenen.
De Raad heeft vastgesteld dat de intrekking van de bijstandsuitkering van appellant met ingang van 21 oktober 2002 terecht was. Appellant was op dat moment voltijds werkzaam bij een bedrijf, en de Raad concludeerde dat de werkzaamheden die hij daar verrichtte, een reële loonwaarde vertegenwoordigen. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij werd gesteld dat appellant niet in bijstandsbehoevende omstandigheden verkeerde, zoals bedoeld in de Algemene bijstandswet.
De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in proceskosten en heeft de aangevallen uitspraak bevestigd. De uitspraak is gedaan door mr. drs. Th.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van M. Pijper als griffier, en is openbaar uitgesproken op 27 juli 2005.