De rechtbank is, zich daarbij beperkend tot de kern van de zaak, te weten wat in artikel 9, eerste, derde en vierde lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering (CSV) moet worden verstaan onder het aantal dagen waarover de werknemer loon heeft genoten, tot het oordeel gekomen dat het bestreden besluit in rechte stand houdt.
Daartoe heeft zij bij haar uitspraak, waarin appellante is aangeduid als eiseres en gedaagde als verweerder, het volgende overwogen:
“Artikel 4, eerste lid, van de CSV:
Loon is al hetgeen uit een dienstbetrekking wordt genoten.
Artikel 9, eerste, derde, vierde en tiende lid, van de CSV:
1. Bij de berekening van het loon, waarnaar de premies ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Werkloosheidswet worden geheven, blijft het loon, dat bij dezelfde werkgever meer heeft bedragen dan het bedrag, dat wordt verkregen door vermenigvuldiging van een bedrag van f 263,50 met het aantal dagen van het premiebetalingstijdvak, waarover de werknemer loon heeft genoten, voor dat meerdere buiten aanmerking. Voorts komt - voor zover nodig in afwijking van het bepaalde dienaangaande in de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheids-verzekering en de Werkloosheidwet - bij de berekening van het dagloon, dat aan de in de vorengenoemde wetten geregelde uitkeringen is of wordt ten grondslag gelegd, het dagloon, hetwelk meer bedraagt dan het in de vorige volzin bedoelde maximum dagloon, voor dat meerdere niet in aanmerking.
3. Bij de berekening van het loon, waarnaar de premie op grond van de werkloosheidswet wordt geheven, blijft, wat het deel van de premie dat ten gunste komt van het wachtgeldfonds dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen voor de betrokken sector afzonderlijk administreert betreft, het bij dezelfde werkgever genoten loon buiten aanmerking toto een bedrag, dat wordt verkregen door vermenigvuldiging van een door Onze Minister vastgesteld bedrag, met het aantal dagen van het premiebetalingstijdvak waarover de werknemer het loon heeft genoten.
4. Bij de berekening van het loon, waarnaar de premie op grond van de Werkloosheidswet wordt geheven, blijft, wat het door de werkgever en door de werknemer verschuldigde gedeelte van het deel van de premie dat ten gunste komt van het Algemeen Werkloosheidsfonds betreft, het bij dezelfde werkgever genoten loon buiten aanmerking tot een bedrag, dat wordt verkregen door vermenigvuldiging van en door Onze Minister vastgesteld bedrag met het aantal dagen van het premiebetalingstijdvak waarover de werknemer het loon heeft genoten. Het bedrag, genoemd in de eerste zin kan voor de werkgever en voor de werknemer verschillend worden vastgesteld.
10. Onze Minister kan nadere regelen stellen ter uitvoering van het bepaalde in de vorige leden. Onze Minister kan tevens nadere regelen stellen, welke afwijken van het bepaalde in de vorige leden.
Bij de op 14 februari 2004 in werking getreden ministeriële regeling van 3 februari 2004 van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - Regeling Loondagen, Stcrt. 2004,29 - is vastgelegd wat onder “dagen waarover de werknemer loon heeft genoten” dient te worden verstaan. De regeling kent terugwerkende kracht tot 1 januari 1995.
Artikel 1 van de Regeling Loondagen:
1. Onder dagen waarover de werknemer loon heeft genoten als bedoeld in artikel 9, eerste, derde en vierde lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering, worden verstaan:
a. dagen waarop de werknemer tegen loon heeft gewerkt of zich tegen loon voor de werkgever beschikbaar heeft gehouden;
b. dagen waarover de werknemer loon heeft genoten op grond van artikel 628, 629 of 639 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, op grond van naar aard en strekking overeenkomstige regelingen voor werknemers met een publiekrechtelijke dienstbetrekking;
c. dagen waarop de werknemer normaal gesproken gewerkt zou hebben maar waarop hij geen werkzaamheden verricht noch zich voor de werkgever beschikbaar houdt en waarover de werkgever, anders dan op grond van de artikelen of regelingen, bedoeld in onderdeel b, wel loon betaalt;
d. dagen waarover de werknemer uitkering of toeslag als bedoeld in artikel 3a, tweede en derde lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering heeft ontvangen.
2. Zo nodig in afwijking van het eerste lid wordt bij dezelfde werkgever een dag slechts eenmaal in aanmerking genomen.
Artikel 2 van de Regeling Loondagen:
Deze regeling […] werkt terug tot en met 1 januari 1995.
Uitdrukkelijk wordt in de toelichting gesteld dat de Regeling Loondagen in de lijn is met de uitvoeringspraktijk van verweerder.
Lijnrecht tegenover de Regeling Loondagen staat de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 31 mei 2001, inzake 98/5466 ALGEM, gepubliceerd in RSV 2001/184, waarin de Raad met een verwijzing naar de systematiek van de premieheffing, als zijn standpunt te kennen heeft gegeven dat het aantal dagen waarover de werknemer loon heeft genoten, geen andere betekenis kan hebben dan “dagen waarop de werknemer tegen loon heeft gewerkt”. De eerlijkheid gebiedt overigens op te merken dat de uitspraak van de Raad in de literatuur niet bepaald met open armen is ontvangen.
De rechtbank overweegt dat de wijze van berekening, zoals die voortvloeit uit het systeem van de wet en de nadere regelgeving erop neerkomt dat het aantal verloonde dagen in het premiebetalingstijdvak (kalenderjaar) voor de bepaling van het bedrag van het premiemaximum en de franchise wordt vermenigvuldigd met het bedrag dat in het betreffende jaar als maximum respectievelijk als franchise is vastgesteld. Dit moet per werknemer worden bepaald. Bij werknemers die slechts een deel van het jaar voor dezelfde werkgever hebben gewerkt moet het aantal loondagen apart worden geteld.
Niet bestreden is dat in deze zaak vakantiedagen van de gedetacheerde werknemers aan hen werden uitgekeerd in de vorm van een opslag en dat er voor 23 dagen per jaar recht op zo’n opslag bestond.
Niet bestreden is voorst dat eiseres alleen de dagen waarop daadwerkelijk arbeid werd verricht voor de berekening van het premieloon in aanmerking heeft gebracht. De rechtbank kan niet anders dan constateren dat eiseres op deze wijze niet gewerkte, maar wel middels een opslag verloonde vakantiedagen bij de vaststelling van het premieloon niet in aanmerking heeft genomen. Gezien de hierboven aangehaalde Regeling Loondagen is die handelwijze rechtens onjuist.”.