ECLI:NL:CRVB:2005:AU0309
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- R.C. Schoemaker
- G. van der Wiel
- Rechtspraak.nl
Betekenis van loondagen in het kader van de Coördinatiewet Sociale Verzekering
In deze zaak gaat het om de betekenis van de term 'loondagen' zoals bedoeld in artikel 9 van de Coördinatiewet Sociale Verzekering (CSV). Appellante, vertegenwoordigd door drs. A.F. Koelewijn, heeft hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, waarin werd geoordeeld dat over dagen waarop niet is gewerkt, maar wel loon is ontvangen, premies voor de sociale werknemersverzekeringswetten verschuldigd zijn. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en de vraag beantwoord of deze dagen als loondagen kunnen worden aangemerkt. Gedaagde, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, stelde dat de Raad een te beperkte uitleg aan het begrip loondagen geeft en dat de wetgever niet alleen arbeidsdagen als loondagen heeft bedoeld. De Raad heeft in zijn overwegingen de Regeling loondagen van 3 februari 2004 van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid betrokken, waarin wordt verduidelijkt dat ook dagen waarop geen arbeid is verricht, maar waarover wel loon is ontvangen, als loondagen moeten worden aangemerkt. De Centrale Raad van Beroep heeft uiteindelijk geoordeeld dat de aangevallen uitspraak van de rechtbank standhoudt en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak bevestigt dat de dagen waarover loon is ontvangen, ook als loondagen worden beschouwd, ongeacht of er daadwerkelijk arbeid is verricht.