ECLI:NL:CRVB:2005:AT9769
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Verplaatsingskostenvergoeding voor ambtenaar in beroep tegen afwijzing aanvraag
In deze zaak gaat het om een ambtenaar die in beroep is gegaan tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verplaatsingskostenvergoeding door het bestuur van de rechtbank Roermond. De ambtenaar, die werkzaam is als kantonrechter in Roermond, had op 7 maart 2004 verzocht om een vergoeding van € 32,50 bruto per maand voor de reiskosten tussen zijn woning en de werkplek. Hij stelde dat zijn woning meer dan 1500 meter van de dichtstbijzijnde bushalte ligt en dat de bus slechts tweemaal per dag rijdt. Het bestuur heeft zijn primaire verzoek afgewezen, maar de subsidiaire aanvraag voor een fiscaal onbelast vervoerbewijs is gehonoreerd.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 19 mei 2005. De Raad overweegt dat de afwijzing van de aanvraag van de ambtenaar terecht is, omdat de plaats van tewerkstelling, het kantongerecht in Roermond, doelmatig bereikbaar is met openbaar vervoer. De Raad wijst erop dat de interpretatie van het Verplaatsingskostenbesluit (Vkb) door het bestuur niet in strijd is met de wet, en dat de ambtenaar niet in zijn recht op vrije woonplaatskeuze wordt belemmerd. De Raad concludeert dat de aanspraken van de ambtenaar op verplaatsingskostenvergoeding correct zijn getoetst aan de dwingendrechtelijke bepalingen van het Vkb en de Verplaatsingskostenregeling (Vkr).
Uiteindelijk verklaart de Raad het beroep van de ambtenaar ongegrond en ziet geen aanleiding om proceskosten te vergoeden. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor ambtenaren om de bereikbaarheid van hun werkplek per openbaar vervoer in overweging te nemen bij het aanvragen van vergoedingen voor reiskosten.