ECLI:NL:CRVB:2005:AT8527
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- K.J.S. Spaas
- C.W.J. Schoor
- N.J. Haverkamp
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring hoger beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht
In deze zaak heeft de opposant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Maastricht, waarbij zijn beroep op 2 juli 2004 werd afgewezen. De Centrale Raad van Beroep verklaarde op 21 januari 2005 het hoger beroep niet-ontvankelijk vanwege het niet tijdig betalen van het griffierecht. De opposant kwam in verzet tegen deze uitspraak. De behandeling van het verzet vond plaats op 17 mei 2005, maar beide partijen waren niet verschenen.
De Raad diende te beoordelen of de eerdere uitspraak terecht was, waarbij het hoger beroep als kennelijk niet-ontvankelijk werd aangemerkt. De Raad concludeerde dat het verzet ongegrond was. De Raad verwees naar artikel 21 van de Beroepswet en artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht, en stelde vast dat de uitspraak van 21 januari 2005 in stand bleef. De Raad oordeelde dat er geen redenen waren om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb.
De Raad benadrukte dat de opposant in een eerder schrijven was gewaarschuwd over de tijdsduur van het overmaken van het griffierecht en dat hij had moeten begrijpen dat het niet tijdig voldoen aan de betalingsverplichting zou leiden tot niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep. Het griffierecht was pas na de gestelde termijn op de rekening van de Raad bijgeschreven, wat de beslissing van de Raad om het verzet ongegrond te verklaren bevestigde.