ECLI:NL:CRVB:2005:AT8391
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Weigering erkenning als burgeroorlogsslachtoffer en toekenning van toeslag op grond van de WUBO
In deze zaak heeft eiseres, geboren op 18 april 1938 in Singapore en opgegroeid in het voormalige Nederlands-Indië, een aanvraag ingediend om erkend te worden als burgeroorlogsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (WUBO). Eiseres heeft haar aanvraag onderbouwd met gezondheidsklachten die zij toeschrijft aan haar oorlogservaringen, waaronder het getuige zijn van de arrestatie van haar vader, het schuilhouden tijdens bombardementen, en de bedreigingen door Indonesische jongeren tijdens de Bersiap-periode. De Raad voor de Rechtspraak heeft de aanvraag van eiseres afgewezen, omdat niet is aangetoond dat zij daadwerkelijk getroffen is door oorlogsgeweld zoals bedoeld in de WUBO.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 31 maart 2005 uitspraak gedaan in deze zaak. Tijdens de zitting op 17 februari 2005 was eiseres niet aanwezig, maar verweerster werd vertegenwoordigd door mr. T.R.A. Dircke. De Raad overwoog dat de aanvraag van eiseres vooral steunde op algemene oorlogsomstandigheden en niet op specifieke gebeurtenissen die onder de WUBO vallen. De Raad concludeerde dat de door eiseres genoemde omstandigheden niet voldoende waren om haar als burgeroorlogsslachtoffer te erkennen. Dit betekende ook dat de Raad niet kon ingaan op de gezondheidsklachten die eiseres naar voren had gebracht.
De Raad heeft beslist dat het beroep ongegrond is en heeft geen termen aanwezig geacht voor een vergoeding van proceskosten. De uitspraak benadrukt dat de erkenning als burgeroorlogsslachtoffer gebonden is aan specifieke gebeurtenissen die in de wet zijn omschreven, en dat algemene oorlogsomstandigheden niet voldoende zijn voor erkenning.