ECLI:NL:CRVB:2005:AT7584
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- G. van der Wiel
- A.H. Hagendoorn-Huls
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep in socialezekerheidsrechtelijke zaak
In deze zaak gaat het om een verzet tegen de niet-ontvankelijk verklaring van een hoger beroep dat door de opposante was ingesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft op 25 november 2004 geoordeeld dat de beroepsgronden niet tijdig waren ingediend, namelijk niet binnen de door de Raad gestelde termijn van twee weken. De opposante, vertegenwoordigd door P.J.J. Aniba AA van De Waard Partners Accountants, heeft hiertegen verzet aangetekend. Tijdens de zitting op 2 mei 2005 zijn beide partijen niet verschenen, wat de Raad niet in staat stelde om de zaak verder te behandelen.
De Raad heeft in zijn motivering aangegeven dat er geen redenen zijn gevonden die het verzuim van de opposante zouden kunnen verontschuldigen. De Raad heeft de argumenten in het verzetschrift beoordeeld, maar vond geen aanknopingspunten die zouden kunnen leiden tot een andere conclusie dan die in de eerdere uitspraak. De Raad heeft daarom besloten het verzet ongegrond te verklaren, met toepassing van artikel 8:55, vijfde lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Tevens zijn er geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb, wat betreft de proceskosten.
De uitspraak is gedaan door mr. G. van der Wiel als voorzitter, met A.H. Hagendoorn-Huls als griffier, en is openbaar uitgesproken op 9 juni 2005. De Centrale Raad van Beroep heeft daarmee de eerdere beslissing bevestigd en het verzet van de opposante verworpen.