ECLI:NL:CRVB:2005:AT7016
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Th.G.M. Simons
- P.E. Broekman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening bij herziening bijstandsuitkering
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep op 3 mei 2005 uitspraak gedaan op een verzoek om toepassing van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in samenhang met artikel 21 van de Beroepswet. Verzoeker, die in hoger beroep was gegaan tegen een uitspraak van de rechtbank Almelo, had verzocht om een voorlopige voorziening in verband met de herziening van zijn bijstandsuitkering. De rechtbank had eerder het beroep van verzoeker tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo ongegrond verklaard. Dit besluit hield in dat het recht op bijstand van verzoeker over een bepaalde periode was herzien en dat er een terugvordering van bijstandsuitkering had plaatsgevonden tot een bedrag van € 2.529,64.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat verzoeker niet heeft aangetoond dat er sprake was van een spoedeisend belang bij zijn verzoek om voorlopige voorziening. Ondanks herhaalde verzoeken van de Raad om het spoedeisende karakter van het verzoek te onderbouwen, heeft verzoeker hier niet op gereageerd. Hierdoor concludeerde de voorzieningenrechter dat er geen aanleiding was om het verzoek om voorlopige voorziening in te willigen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek dan ook kennelijk ongegrond verklaard en heeft geen aanleiding gezien om proceskosten of griffierecht toe te kennen.
De uitspraak benadrukt dat de mogelijkheid om een verzoek om voorlopige voorziening te doen niet bedoeld is om de behandeling van de hoofdzaak te bespoedigen zonder dat er sprake is van spoedeisend belang. De voorzieningenrechter heeft de afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening gemotiveerd en de uitspraak is openbaar uitgesproken.