ECLI:NL:CRVB:2005:AT6825
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J.S. Spaas
- J.W. Schuttel
- O.J.D.M.L. Jansen
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit tot weigering WAO-uitkering wegens onzorgvuldige besluitvorming
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om haar een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) toe te kennen. De weigering was gebaseerd op de conclusie dat appellante minder dan 15% arbeidsongeschikt was. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het Uwv heeft dit ongegrond verklaard. De rechtbank Dordrecht heeft het beroep van appellante tegen dit besluit eveneens ongegrond verklaard. Appellante heeft vervolgens hoger beroep ingesteld, waarbij zij stelt dat het medisch en arbeidskundig onderzoek niet zorgvuldig is uitgevoerd.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het Uwv de oordelen van de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige niet ter heroverweging heeft voorgelegd aan een bezwaarverzekeringsarts en een bezwaararbeidsdeskundige, wat in strijd is met de vereiste zorgvuldigheid. Bovendien heeft het Uwv zonder uitdrukkelijke toestemming van appellante afgezien van het horen van haar in de bezwaarprocedure, wat ook in strijd is met de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De Raad heeft geoordeeld dat het bestreden besluit en de aangevallen uitspraak vernietigd moeten worden. Het Uwv is opgedragen om een nieuw besluit op bezwaar te nemen, waarbij het rekening moet houden met de gebreken die in deze uitspraak zijn vastgesteld. Tevens is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 644,-, en moet het het betaalde griffierecht van € 116,- vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de besluitvorming en het recht van appellanten om gehoord te worden in bezwaarprocedures.