ECLI:NL:CRVB:2005:AT6806
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- J.Th. Wolleswinkel
- F.A.M. Stroink
- Rechtspraak.nl
Ontslag van gerechtssecretaris na overplaatsing en de vraag naar herkansing en samenwerking
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een gerechtssecretaris die na een overplaatsing naar het Team Jeugd door zijn werkgever, het bestuur van de rechtbank Amsterdam, is ontslagen. De appellant, vertegenwoordigd door mr. K. de Bie, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank ’s-Gravenhage, die eerder de werking van het ontslagbesluit had geschorst. De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak behandeld op 28 april 2005.
De appellant was sinds 1 april 2003 aangesteld als gerechtssecretaris, maar had al snel problemen in de samenwerking met zijn collega's. Na een aantal incidenten en ziekmeldingen, heeft de rechtbank op 6 juni 2003 besloten om appellant te ontslaan, omdat er geen vertrouwen meer was in zijn functioneren. De voorzieningenrechter had echter geoordeeld dat appellant niet op de juiste wijze was gehoord voorafgaand aan het ontslag, wat leidde tot een schorsing van het ontslagbesluit.
Na de schorsing werd appellant tijdelijk tewerkgesteld bij het Team Jeugd, maar ook daar ontstonden problemen, wat leidde tot een nieuwe ziekmelding. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant tegen het besluit van 8 januari 2004 ongegrond, maar liet de rechtsgevolgen van het vernietigde ontslagbesluit in stand. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat er gegronde klachten waren over het functioneren van appellant en dat een goede samenwerking niet meer mogelijk was.
In hoger beroep heeft de Raad de argumenten van appellant, dat hij een herkansing had moeten krijgen, verworpen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het bestuursorgaan in redelijkheid tot het ontslag had kunnen besluiten. De Raad achtte geen termen aanwezig voor proceskostenvergoeding.