ECLI:NL:CRVB:2005:AT5884
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.L.M.J. Stevens
- Rechtspraak.nl
Intrekking van de voorziening voor extra huishoudelijke hulp aan oorlogsgetroffene na opname in verpleeghuis
In deze zaak gaat het om de intrekking van een voorziening voor extra huishoudelijke hulp die was toegekend aan eiser, een oorlogsgetroffene, die in een verzorgingshuis verbleef. De Centrale Raad van Beroep heeft op 12 mei 2005 uitspraak gedaan in het geding tussen eiser en de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiser had eerder een vergoeding voor extra huishoudelijke hulp ontvangen, maar deze werd ingetrokken nadat hij in een verpleeghuis was opgenomen. De Raad heeft vastgesteld dat de hulp die door het verpleeghuis wordt geboden, allesomvattend is en dat de richtlijnen van de verweerster, die de intrekking van de voorziening bij opname in een verpleeghuis voorschrijven, niet in strijd zijn met de wet. Eiser had in beroep aangevoerd dat de hulp in het verpleeghuis niet voldoende was, maar de Raad oordeelde dat dit niet voldoende was om de intrekking van de voorziening te rechtvaardigen. De Raad concludeerde dat er geen gronden waren voor vernietiging van het bestreden besluit en verklaarde het beroep van eiser ongegrond. De Raad achtte ook geen termen aanwezig voor een vergoeding van proceskosten.