ECLI:NL:CRVB:2005:AT4554
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- O.J.D.M.L. Jansen
- Rechtspraak.nl
Toekenning van WUV-uitkering en verzoek om extra huishoudelijke hulp in verband met rugklachten
In deze zaak gaat het om een beroep van eiseres, die als vervolgde is erkend en een WUV-uitkering ontvangt. Eiseres heeft een aanvraag ingediend voor extra huishoudelijke hulp, waarbij zij stelt dat haar rugklachten voortkomen uit de vervolging die zij heeft ondergaan. De verweerster, de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, heeft deze aanvraag afgewezen, met de stelling dat de rugklachten voornamelijk het gevolg zijn van degeneratieve afwijkingen en niet in verband staan met de vervolging. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 3 maart 2005, waarbij eiseres in persoon is verschenen, bijgestaan door haar echtgenoot. De verweerster werd vertegenwoordigd door mr. C. Vooijs. De Raad heeft de medische adviezen en de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen. Eiseres heeft betoogd dat haar rugklachten psychogeen zijn, maar de Raad concludeert dat de klachten voornamelijk voortkomen uit leeftijdsgebonden degeneratieve afwijkingen, zoals osteoporose en scoliose.
De Raad heeft vastgesteld dat het advies van de geneeskundig adviseur van de verweerster, A.M. Ohlenschlager, goed onderbouwd is en in overeenstemming met de medische gegevens. De Raad oordeelt dat er geen aanknopingspunten zijn om het standpunt van de verweerster te weerleggen. De toegenomen behoefte aan huishoudelijke hulp is volgens de Raad vooral te wijten aan de lichamelijke rugklachten die sinds 2001 zijn opgetreden.
Uiteindelijk heeft de Raad het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat het besluit van de verweerster in stand blijft. De Raad heeft geen termen gezien om proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan op 14 april 2005.