ECLI:NL:CRVB:2005:AT4511
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing erkenning als burger-oorlogsslachtoffer wegens gebrek aan blijvende invaliditeit
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 maart 2005 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. J.C.M. van Berkel, en de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiser had eerder een verzoek ingediend om erkend te worden als burger-oorlogsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945. Verweerster had in eerdere besluiten erkend dat eiser tijdens de oorlog was getroffen door calamiteiten, maar had hem niet erkend als burger-oorlogsslachtoffer omdat hij geen blijvende invaliditeit had opgelopen. Eiser had psychische klachten, maar deze werden niet als invaliditeit in de zin van de Wet beschouwd.
Eiser had een hernieuwd verzoek ingediend voor erkenning en een tegemoetkoming in de kosten van deelname aan het maatschappelijk verkeer, maar dit verzoek werd afgewezen. De Raad overwoog dat verweerster geen gericht medisch onderzoek had verricht naar de vraag of eiser thans wel sprake was van invaliditeit ten gevolge van zijn psychische klachten. De Raad oordeelde dat het primaire besluit was herroepen wegens aan verweerster te wijten onrechtmatigheid, en dat eiser recht had op vergoeding van de kosten van rechtsbijstand.
De Centrale Raad van Beroep verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit voor wat betreft de kosten van de behandeling van het bezwaar, en veroordeelde verweerster in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 644,-. Tevens werd bepaald dat de Pensioen- en Uitkeringsraad het door eiser betaalde griffierecht van € 27,- diende te vergoeden.