ECLI:NL:CRVB:2005:AT4390
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- O.D.J.M.L. Jansen
- Rechtspraak.nl
Transgenerationele gevolgen van psychische gezondheid in relatie tot vervolgingsslachtoffers
In deze zaak gaat het om de aanvraag van eiser om erkend te worden als vervolgde op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. Eiser, geboren in 1941 in het voormalige Nederlands-Indië, heeft in september 2000 een aanvraag ingediend bij de Pensioen- en Uitkeringsraad, waarbij hij de transgenerationele gevolgen voor zijn psychische gezondheid aanhaalt van de ervaringen van zijn vader in Japanse krijgsgevangenschap. De aanvraag werd afgewezen op 14 december 2001, omdat eiser zelf geen vervolging heeft ondergaan en er geen objectieve medische gegevens zijn over de psychische gezondheid van zijn vader die een verband met eisers klachten zouden kunnen aantonen.
Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij zich vooral richtte op de opvatting van verweerster dat er geen bewijs is van psychische klachten bij zijn vader als gevolg van diens vervolging. Hij heeft onder andere een verklaring van een vroegere huisarts en een psychologisch rapport over zichzelf overgelegd ter ondersteuning van zijn standpunt. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 3 maart 2005 behandeld, waarbij eiser in persoon verscheen met zijn zuster en verweerster vertegenwoordigd werd door mr. C. Vooijs.
De Raad heeft in zijn uitspraak van 14 april 2005 geoordeeld dat het bestreden besluit in rechte stand kan houden. De Raad benadrukt dat het beschikbaar zijn van objectieve medische gegevens over de psychische gezondheid van de ouder(s) essentieel is om te beoordelen of er sprake is van transgenerationele gevolgen voor het kind. Aangezien dergelijke gegevens over de vader van eiser ontbreken, kan de Raad de door eiser overgelegde verklaringen en rapporten niet als bewijs aanvaarden. De Raad verklaart het beroep ongegrond.