ECLI:NL:CRVB:2005:AT4327
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- D.J. van der Vos
- G.J.H. Doornewaard
- Rechtspraak.nl
Terugbetaling studiefinanciering en draagkrachtmeting over terugbetalingsjaren
In deze zaak gaat het om de terugbetaling van studiefinanciering en de vraag of de gedaagde, de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep, het verzoek van appellante om draagkrachtmeting over de jaren 1988 tot en met 1999 terecht heeft afgewezen. Appellante had eerder, op 31 juli 2001, verzocht om een besluit over haar draagkracht, maar dit verzoek werd op 14 augustus 2001 afgewezen. Het bezwaar van appellante tegen deze afwijzing werd op 21 september 2001 ongegrond verklaard. De rechtbank Amsterdam bevestigde deze beslissing in een uitspraak van 26 april 2002, waarna appellante hoger beroep instelde.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 27 augustus 2004, waarbij appellante niet aanwezig was. Gedaagde werd vertegenwoordigd door een advocaat. De Raad oordeelde dat de afwijzing van het verzoek om draagkrachtmeting terecht was, omdat volgens artikel 6.10, derde lid, van de Wet studiefinanciering 2000 (WSF 2000) draagkrachtmeting niet met terugwerkende kracht kan worden toegepast. De Raad bevestigde dat gedaagde het verzoek van appellante correct had opgevat en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die toepassing van de hardheidsclausule rechtvaardigden.
De Raad concludeerde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat gedaagde niet in redelijkheid had kunnen afzien van de toepassing van de hardheidsclausule. De door appellante aangevoerde omstandigheden, zoals haar onbekendheid met de mogelijkheid van het aanvragen van draagkrachtmeting en haar financiële situatie, werden niet als voldoende beschouwd om van de wettelijke regels af te wijken. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.