ECLI:NL:CRVB:2005:AT4061
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om toekenning uitkering op grond van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 maart 2005 uitspraak gedaan over de afwijzing van een aanvraag om toekenning van een uitkering op grond van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945. Eiseres, geboren op 15 november 1941, had in juni 2002 een aanvraag ingediend bij de Pensioen- en Uitkeringsraad, waarbij zij stelde dat haar psychische klachten het gevolg waren van het verzet van haar vader tijdens de Tweede Wereldoorlog. De verweerster had de aanvraag afgewezen, omdat zij van mening was dat er geen ernstige verstoring van levensomstandigheden had plaatsgevonden ten gevolge van het verzet van de vader van eiseres.
De Raad heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard. De Raad oordeelde dat de verweerster zich op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat er geen ernstige verstoring van levensomstandigheden was, ondanks de psychische problematiek van eiseres. De Raad heeft daarbij gekeken naar de omstandigheden van de oorlogsjaren en de impact van de afwezigheid van de vader op de ontwikkeling van eiseres. De Raad concludeerde dat de psychische klachten van eiseres niet direct konden worden gerelateerd aan het verzet van haar vader, maar eerder aan de scheiding van haar moeder en de omstandigheden waarin zij opgroeide.
De uitspraak benadrukt de discretionaire bevoegdheid van de verweerster in het kader van de Wet en de terughoudendheid van de Raad bij het toetsen van het beleid van de verweerster. De Raad heeft vastgesteld dat de verweerster de aanvraag op basis van de geldende richtlijnen en beleid heeft beoordeeld en dat er geen aanleiding was om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de betrokken rechters en griffier.