ECLI:NL:CRVB:2005:AT3919
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J.S. Spaas
- J.W. Schuttel
- O.J.D.M.L. Jansen
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake AOW
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 april 2005 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de opposant, vertegenwoordigd door mr. A.L.C.M. Oomen, tegen de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank. De opposant had eerder hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. De opposant kwam in verzet tegen deze uitspraak, stellende dat hij had gewacht met de betaling van het griffierecht tot de toevoeging was afgegeven.
Tijdens de zitting op 8 februari 2005 werd het verzet behandeld. De Raad diende te beoordelen of de eerdere uitspraak van 27 augustus 2004, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard, terecht was. De Raad oordeelde dat de argumenten in het verzetschrift en tijdens de zitting niet tot een ander oordeel leidden. De Raad merkte op dat de gemachtigde van de opposant had moeten begrijpen dat het niet tijdig betalen van het griffierecht zou leiden tot niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep verklaarde het verzet ongegrond, waarbij de eerdere uitspraak in stand bleef. De Raad benadrukte dat de indiener van een beroepschrift griffierecht verschuldigd is en dat de omstandigheden die door de opposant zijn aangevoerd niet voldoende waren om aan te nemen dat hij niet in verzuim was geweest. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, met de ondertekening van de voorzitter en de griffier.