ECLI:NL:CRVB:2005:AT0170
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.G. Kasdorp
- H.R. Geerling-Brouwer
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vergoeding therapeutische reis op grond van medische noodzaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 maart 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van eiser om vergoeding van kosten voor een therapeutische reis naar Indonesië. Eiser, geboren in 1929 in het voormalige Nederlands-Indië, is een vervolgde en uitkeringsgerechtigde in de zin van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (WUV). Eiser had eerder aanvragen ingediend voor vergoeding van een therapeutische reis, welke door de verweerster, de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, waren afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de reis niet was voorgeschreven in het kader van een psychotherapeutische behandeling.
Eiser heeft in zijn beroepschrift aangevoerd dat hij deelneemt aan groepstherapie voor veteranen, waarbij een psychiater, A.C. Blom, aanwezig is. Blom had in een schrijven aangegeven de aanvraag van eiser te ondersteunen. De Raad heeft echter geoordeeld dat de deelname aan gespreksgroepen niet gelijkgesteld kan worden aan individuele psychotherapie, wat een vereiste is voor de medische noodzaak van de gevraagde voorziening. De Raad volgde de opvatting van verweerster dat er geen sprake was van een medische indicatie voor de therapeutische reis, omdat er geen individuele behandeling plaatsvond.
Uiteindelijk heeft de Raad het beroep van eiser ongegrond verklaard, omdat niet voldaan was aan de voorwaarden voor het verlenen van de gevraagde voorziening. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betreft de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een collegiaal orgaan, met C.G. Kasdorp als voorzitter en H.R. Geerling-Brouwer en A.W.M. Bijloos als leden, in aanwezigheid van griffier A. de Gooijer.