ECLI:NL:CRVB:2005:AS8821

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 februari 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
04/3846 WUBO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Rechters
  • C.G. Kasdorp
  • J.P. Schieveen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrondverklaring van verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring van beroepschrift in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 februari 2005 uitspraak gedaan over het verzet van de opposant tegen een eerdere uitspraak van 23 september 2004. In die eerdere uitspraak was het beroep van de opposant niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. De opposant heeft op 2 november 2004 verzet aangetekend, waarna het verzetschrift op 4 november 2004 ter griffie van de Raad is ontvangen. De behandeling van het verzet vond plaats op 13 januari 2005, waarbij de opposant in persoon verscheen en de geopposeerde werd vertegenwoordigd door J.J.G.A. Theelen van de Pensioen- en Uitkeringsraad.

De Raad heeft in zijn motivering vastgesteld dat de opposant in het verzet geen nieuwe gronden heeft aangevoerd die de gegrondverklaring van het verzet zouden rechtvaardigen. De Raad heeft daarbij artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toegepast. De Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig waren om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb, wat betreft de proceskosten.

Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond verklaard. De Raad heeft overwogen dat de argumenten van de opposant, dat hij het beroepschrift op 9 juli 2004 vóór 18.00 uur ter post heeft bezorgd, niet voldoende waren om de eerdere uitspraak te weerleggen. Aangezien er geen ander verzendbewijs was, was de postdatumstempel van 11 juli 2004 bepalend voor de vraag of het beroepschrift tijdig was ingediend. De uitspraak werd gedaan door mr. C.G. Kasdorp, in tegenwoordigheid van griffier J.P. Schieveen, en werd openbaar uitgesproken op 24 februari 2005.

Uitspraak

E N K E L V O U D I G E K A M E R
04/3846 WUBO
U I T S P R A A K
met toepassing van artikel 17 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen:
[opposant], wonende te [woonplaats], opposant,
en
de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, geopposeerde.
I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING
De Raad heeft bij uitspraak van 23 september 2004 het door opposant ingestelde beroep tegen een ten aanzien van hem door geopposeerde genomen besluit van 28 mei 2004, onder nummer JZ/L80/2004, niet-ontvankelijk verklaard op de grond dat het beroepschrift niet tijdig bij de Raad is ingediend.
Tegen die uitspraak is door opposant verzet gedaan bij brief van 2 november 2004. Het verzetschrift is op 4 november 2004 ter griffie van de Raad ontvangen.
Het verzet is behandeld ter zitting van de Raad op 13 januari 2005. Daar is opposant in persoon verschenen en heeft geopposeerde zich doen vertegenwoordigen door J.J.G.A. Theelen, werkzaam bij de Pensioen- en Uitkeringsraad.
II. MOTIVERING
De Raad stelt vast dat opposant in verzet geen gronden naar voren heeft gebracht die tot gegrondverklaring van het verzet dienen te leiden.
Hiertoe heeft de Raad overwogen dat de redenen die namens opposant in het verzetschrift en ter zitting zijn aangevoerd, te weten dat hij het beroepschrift op 9 juli 2004 vóór 18.00 uur ter post heeft bezorgd, geen grond bevat die afbreuk doet aan de uitspraak waartegen opposant verzet doet.
Daartoe neemt de Raad in aanmerking dat, nu er geen ander verzendbewijs is, voor de vraag of het beroepschrift tijdig is ingediend, de postdatumstempel - van 11 juli 2004 - bepalend is.
Met toepassing van artikel 8:55 van de Awb wordt daarom beslist zoals hierna in rubriek III is aangegeven.
De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gegeven door mr. C.G. Kasdorp, in tegenwoordigheid van J.P. Schieveen als griffier, en uitgesproken in het openbaar op 24 februari 2005.
(get.) C.G. Kasdorp.
(get.) J.P. Schieveen.
HD
17.01