ECLI:NL:CRVB:2005:AS8657
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Afwijzing erkenning als burger-oorlogsslachtoffer wegens gebrek aan blijvende invaliditeit
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 februari 2005 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiseres en de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiseres had verzocht om erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op basis van lichamelijke en psychische klachten die zij toeschrijft aan haar ervaringen tijdens de Japanse bezetting en de Bersiap-periode in het voormalige Nederlands-Indië. De verweerster had eerder haar aanvraag afgewezen, omdat er geen blijvende invaliditeit was vastgesteld die voortkwam uit de oorlogservaringen. Eiseres had in het verleden al meerdere keren aanvragen ingediend, die steeds op dezelfde gronden waren afgewezen.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er geen medische gegevens zijn die de claims van eiseres ondersteunen. De geneeskundig adviseur van verweerster concludeerde dat de psychische klachten van eiseres niet leidden tot blijvende invaliditeit. De Raad oordeelde dat de wet vereist dat er sprake moet zijn van blijvende invaliditeit om in aanmerking te komen voor erkenning als burger-oorlogsslachtoffer. Eiseres had geen bewijs geleverd dat haar klachten tot een meetbare invaliditeit leidden, en de Raad kon geen redenen vinden om het besluit van verweerster te vernietigen.
Uiteindelijk verklaarde de Raad het beroep van eiseres ongegrond en oordeelde dat het bestreden besluit in rechte kon standhouden. De Raad achtte geen termen aanwezig voor een vergoeding van proceskosten, aangezien het beroep ongegrond was. Deze uitspraak bevestigt de strikte eisen die de wet stelt aan de erkenning van burger-oorlogsslachtoffers, waarbij blijvende invaliditeit een cruciale voorwaarde is.