ECLI:NL:CRVB:2005:AS4770
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- K. Zeilemaker
- D.A.C. Slump
- Rechtspraak.nl
Termijnoverschrijding bij indienen beroepschrift en de toepassing van artikel 6:11 Awb
In deze zaak heeft appellant, wonende in Spanje, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 10 juli 2003, waarin zijn beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat de termijn voor het indienen van het beroep was begonnen op 27 november 2001 en eindigde op 7 januari 2002. Appellant had zijn beroepschrift te laat ingediend, wat leidde tot de niet-ontvankelijkverklaring. Appellant stelde dat de termijnoverschrijding te wijten was aan mislukte pogingen om het beroepschrift vanuit Marokko per fax naar de rechtbank te verzenden. Hij meende dat hij alle redelijke voorzorgsmaatregelen had getroffen in verband met zijn tijdelijke verblijf in Marokko.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 24 november 2004, waarbij appellant in persoon verscheen en de Minister van Algemene Zaken werd vertegenwoordigd door mr. S. van Waegeningh. De Raad heeft de argumenten van appellant overwogen, maar concludeerde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. De Raad benadrukte dat de keuzes die appellant had gemaakt, voor zijn eigen rekening kwamen en dat hij niet had aangetoond dat de rechtbank niet bereikbaar was voor faxverkeer in de relevante periode.
Uiteindelijk bevestigde de Centrale Raad van Beroep de uitspraak van de rechtbank en verklaarde dat er geen aanleiding was om artikel 8:75 van de Awb toe te passen. De uitspraak werd gedaan door mr. H.A.A.G. Vermeulen als voorzitter, met mr. K. Zeilemaker en mr. D.A.C. Slump als leden, en werd openbaar uitgesproken op 20 januari 2005.