ECLI:NL:CRVB:2005:AS4552
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Privaatrechtelijke dienstbetrekking en zelfstandigheid van werknemer
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 20 januari 2005, staat de vraag centraal of er sprake is van een privaatrechtelijke dienstbetrekking tussen een voormalig werknemer en een onderneming, nadat de werknemer als zelfstandige werkzaamheden is blijven verrichten. De Raad behandelt het hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) tegen een uitspraak van de rechtbank Haarlem. De rechtbank had geoordeeld dat de werknemer, die sinds november 1997 als zelfstandige voor de onderneming werkte, in wezen nog steeds dezelfde werkzaamheden verrichtte als voorheen, wat een sterke aanwijzing voor het voortbestaan van de dienstbetrekking opleverde. De rechtbank oordeelde echter dat er voldoende feiten en omstandigheden waren om van deze aanname af te wijken, onder andere omdat de werknemer zich als eenmansbedrijf had ingeschreven en substantiële investeringen had gedaan.
De Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de zelfstandigheid van de werknemer uitsluit dat er sprake kan zijn van een gezagsverhouding en dus van een privaatrechtelijke dienstbetrekking. De Raad stelt dat in gevallen waarin een persoon na een bepaalde datum voor hetzelfde bedrijf blijft werken, alleen kan worden aangenomen dat er geen dienstbetrekking meer is als ondubbelzinnig blijkt dat aan de vereisten voor een dienstbetrekking niet meer wordt voldaan. De Raad concludeert dat de arbeidsrelatie tussen de werknemer en de onderneming na 1 november 1997 in essentie niet is gewijzigd, ondanks de oprichting van de eenmanszaak door de werknemer.
De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het inleidend beroep ongegrond, zonder aanleiding te zien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van de gezagsverhouding en de voorwaarden voor het bestaan van een privaatrechtelijke dienstbetrekking in het sociale verzekeringsrecht.