ECLI:NL:CRVB:2005:AS3964

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
25 januari 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
03/4376 NABW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Th.C. van Sloten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen besluit sociale bijstandsverlening

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 januari 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep over de niet-ontvankelijkheid van een bezwaar tegen een besluit van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Midden-Langstraat. Appellant, vertegenwoordigd door mr. C.J. Driessen, had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Breda, die op 17 juli 2003 het beroep tegen het besluit van 24 februari 2003 ongegrond had verklaard. Dit besluit verklaarde het bezwaar van appellant tegen een eerder besluit van 2 december 2002 niet-ontvankelijk.

De Raad heeft de zaak behandeld op de zitting van 5 januari 2005, waar appellant in persoon aanwezig was, bijgestaan door zijn advocaat, en gedaagde vertegenwoordigd werd door mr. A.J.G. van Dijk. De Raad heeft vastgesteld dat de rechtbank terecht oordeelde dat het bezwaar niet-ontvankelijk was. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en concludeert dat de argumenten van appellant in hoger beroep geen nieuwe gezichtspunten bevatten die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden.

De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele stappen in het bestuursrecht, vooral in zaken die betrekking hebben op sociale zekerheid en bijstandsverlening.

Uitspraak

E N K E L V O U D I G E K A M E R
03/4376 NABW
U I T S P R A A K
in het geding tussen:
[appellant], wonende te [woonplaats], appellant,
en
het Dagelijks Bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Midden-Langstraat, gedaagde.
I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING
Onder gedaagde wordt in dit geding mede het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalwijk begrepen, welk College zijn bevoegdheden ter uitvoering van de Algemene bijstandswet (Abw) per 1 januari 2004 heeft overgedragen aan het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Midden-Langstraat.
Namens appellant heeft mr. C.J. Driessen, advocaat te Beers, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 17 juli 2003, reg.nr. 03/646 NABW.
Gedaagde heeft een verweerschrift ingediend.
Het geding is behandeld ter zitting van 5 januari 2005, waar appellant in persoon is ver-schenen, bijgestaan door mr. Driessen, en waar gedaagde zich heeft laten vertegenwoordigen door mr. A.J.G. van Dijk, werkzaam bij de Intergemeentelijke Sociale Dienst Midden-Langstraat.
II. MOTIVERING
De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.
Bij besluit van 2 december 2002 heeft gedaagde de door appellant gevraagde uitkering ingevolge de Abw afgewezen.
Bij besluit van 24 februari 2003 heeft gedaagde het bezwaar tegen het besluit van 2 december 2002 niet-ontvankelijk verklaard.
Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit van 24 februari 2003 ongegrond verklaard.
Appellant heeft zich in hoger beroep gemotiveerd tegen deze uitspraak gekeerd.
De Raad komt tot de volgende beoordeling.
De Raad is met de rechtbank van oordeel dat gedaagde op goede gronden het bezwaar tegen het besluit van 2 december 2002 niet-ontvankelijk heeft verklaard. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank in dezen en verwijst daarnaar.
Hetgeen appellant in hoger beroep heeft aangevoerd bevat, in vergelijking met het beroep in eerste aanleg, geen wezenlijk nieuwe gezichtspunten en heeft de Raad dan ook niet tot een ander oordeel kunnen brengen.
De aangevallen uitspraak komt derhalve voor bevestiging in aanmerking.
De Raad ziet ten slotte geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus gewezen door mr. Th.C. van Sloten in tegenwoordigheid van mr. P.C. de Wit als griffier, en uitgesproken in het openbaar op 25 januari 2005.
(get.) Th. C. van Sloten.
(get.) P.C. de Wit.
GdJ
111