ECLI:NL:CRVB:2005:AS3560
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- D.J. van der Vos
- S.K. Welbedacht
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak over WAO-schatting en arbeidsongeschiktheidspercentage
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, waarin werd bepaald dat hij recht heeft op een WAO-uitkering met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 25 tot 35%. Appellant betwistte de hoogte van het maatmaninkomen, dat door de rechtbank was vastgesteld op f 23,22 per uur, en stelde dat dit bedrag gecorrigeerd moest worden naar f 24,09 per uur, rekening houdend met een CAO-verhoging en SAO-toeslag. De Raad voor de Rechtspraak heeft in deze uitspraak de rol van gedaagde overgenomen van het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) en heeft de zaak behandeld na een aantal schriftelijke uitwisselingen tussen partijen.
De Raad heeft vastgesteld dat gedaagde, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), het maatmaninkomen inmiddels had gecorrigeerd naar f 24,09, maar dat dit bedrag, in combinatie met de resterende verdiencapaciteit, nog steeds niet leidde tot een hogere indeling in de arbeidsongeschiktheidsklasse dan 15 tot 25%. Appellant heeft echter geen verdere reactie gegeven op de correspondentie van gedaagde en is ook niet verschenen op de zitting van de Raad. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking komt.
De beslissing van de Centrale Raad van Beroep is om de aangevallen uitspraak te bevestigen, waarbij geen termen aanwezig zijn om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door een collegiaal orgaan, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is openbaar uitgesproken op 7 januari 2005.