ECLI:NL:CRVB:2005:AS2010
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om gelijkstelling met vervolgde op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 januari 2005 uitspraak gedaan in het geding tussen eiseres, wonende in de Verenigde Staten, en de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiseres had een aanvraag ingediend om met toepassing van artikel 3, tweede lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 gelijkgesteld te worden met een vervolgde, omdat zij psychische klachten ondervond als gevolg van de oorlogservaringen van haar vader. De verweerster had de aanvraag afgewezen op de grond dat eiseres zelf geen vervolging had ondergaan en dat niet kon worden vastgesteld dat haar vader vervolging in de zin van de Wet had ondergaan.
De Raad heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard. De Raad oordeelde dat de internering van de vader van eiseres niet als vervolging kan worden aangemerkt volgens de definitie in de Wet. De Raad benadrukte dat de vader van eiseres, hoewel hij als krijgsgevangene was geïnterneerd, niet voldeed aan de criteria voor vervolging zoals vastgelegd in de Wet. De Raad heeft vastgesteld dat de vader van eiseres voor de oorlog in militaire dienst was en na een korte periode van krijgsgevangenschap in Duitsland tewerkgesteld is geweest, zonder dat dit tot vervolging heeft geleid.
De Raad concludeerde dat er geen grond was voor vernietiging van het bestreden besluit en dat er geen termen aanwezig waren om proceskosten te vergoeden. De uitspraak benadrukt de strikte voorwaarden waaronder iemand met een vervolgde gelijkgesteld kan worden en de beoordelingsvrijheid van de verweerster in dergelijke zaken.