ECLI:NL:CRVB:2004:AR6118
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.C. Schoemaker
- G. van der Wiel
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de berekening van het WAO-dagloon en de hoogte van het loon bij Start uitzendbureau
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht, waarin de hoogte van het WAO-dagloon werd vastgesteld. Appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. L.C. de Jong, heeft bezwaar gemaakt tegen de berekening van het dagloon dat door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) is vastgesteld. De zaak is behandeld op 23 september 2004, waarbij appellant in persoon aanwezig was en gedaagde werd vertegenwoordigd door mr. R. Huisman.
De achtergrond van het geschil betreft een besluit van gedaagde van 12 november 1999, waarbij aan appellant uitkeringen ingevolge de WAO zijn toegekend. Appellant betwist de hoogte van het dagloon dat is vastgesteld op f 175,01, en stelt dat het bij de berekening in aanmerking te nemen loon f 10.080,05 bedraagt, zoals vermeld op de loonspecificatie van Start uitzendbureau. De Raad heeft echter vastgesteld dat appellant zijn stelling niet met concrete en verifieerbare gegevens heeft onderbouwd. De door gedaagde opgestelde berekening is niet onjuist bevonden.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De Raad concludeert dat de berekening van het WAO-dagloon door gedaagde correct is uitgevoerd en dat er geen aanleiding is om de eerdere beslissing te herzien. De uitspraak is gedaan op 11 november 2004, waarbij de betrokken rechters de zaak hebben beoordeeld en de beslissing openbaar is uitgesproken.