ECLI:NL:CRVB:2004:AR5941
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van besluit inzake uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 november 2004 uitspraak gedaan in het geding tussen eiser, een in 1934 geboren man uit het voormalige Nederlands-Indië, en de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiser had een verzoek ingediend om erkend te worden als burger-oorlogsslachtoffer op basis van gezondheidsklachten die hij in verband bracht met zijn ervaringen tijdens de Japanse bezetting en de daaropvolgende Bersiap-periode. Eiser had eerder een aanvraag ingediend die was afgewezen omdat er onvoldoende bewijs was voor de door hem genoemde gebeurtenissen. In december 2002 verzocht eiser om herziening van het eerdere besluit, waarbij hij nieuwe feiten aanvoerde die hij niet eerder had vermeld. De verweerster, de Pensioen- en Uitkeringsraad, heeft dit verzoek afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven tot herziening van het besluit van 4 oktober 1999.
De Raad heeft de zaak behandeld op 30 september 2004, waarbij eiser niet aanwezig was. De verweerster werd vertegenwoordigd door mr. C. Vooijs. De Raad heeft vastgesteld dat de door eiser genoemde gebeurtenissen niet voldoende onderbouwd waren met objectieve gegevens. De Raad concludeerde dat het bestreden besluit in stand kon blijven, omdat er geen nieuwe feiten waren die de herziening van het besluit rechtvaardigden. De Raad heeft ook overwogen dat de eigen verklaring van eiser, zonder aanvullende objectieve gegevens, onvoldoende was om de gestelde gebeurtenissen als vaststaand te aanvaarden. De Raad heeft uiteindelijk het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht om proceskosten te vergoeden.