ECLI:NL:CRVB:2004:AR5000
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- Rechtspraak.nl
Proceskostenvergoeding bij intrekking WAO-uitkering en professionele rechtsbijstand
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 22 oktober 2004, staat de intrekking van een WAO-uitkering centraal. Appellante, die een uitkering ontving op basis van een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%, kreeg op 28 mei 1998 te horen dat haar uitkering per 1 augustus 1998 werd ingetrokken. Hiertegen maakte zij bezwaar, maar dit werd door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond verklaard. Appellante heeft vervolgens hoger beroep ingesteld, waarbij zij zich liet bijstaan door de Stichting GAOS, die professionele rechtsbijstand verleende.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank ten onrechte geen proceskostenvergoeding heeft toegekend aan appellante. De Raad stelt vast dat de Stichting GAOS daadwerkelijk professionele rechtsbijstand heeft verleend en dat appellante hiervoor de gebruikelijke tarieven heeft betaald. De Raad oordeelt dat de gedaagde partij, het Uwv, op grond van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, in de proceskosten van appellante moet worden veroordeeld. De kosten voor de verleende rechtsbijstand in beroep worden begroot op € 644,- en in hoger beroep op € 322,-. Daarnaast dient het Uwv het door appellante betaalde griffierecht van € 82,- te vergoeden.
De uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 18 oktober 2002, die het beroep tegen het bestreden besluit gegrond verklaarde en dit besluit vernietigde, wordt vernietigd voor zover deze is aangevochten. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.