ECLI:NL:CRVB:2004:AR4810
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.A. Hoogeveen
- P. van der Wal
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid hoger beroep wegens termijnoverschrijding griffierecht
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. M.J. Blom, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 17 juni 2004. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep onder nummer 04/3480 WW. De zaak betreft de niet-betaling van het griffierecht, dat volgens artikel 22 van de Beroepswet verschuldigd is bij indiening van een beroepschrift. De gemachtigde van appellante is op 6 juli 2004 gewezen op de verplichting om het griffierecht van € 102,-- te voldoen, bij voorkeur via een bijgevoegde acceptgirokaart. Ondanks deze waarschuwing heeft appellante het griffierecht niet tijdig betaald. De Raad oordeelt dat er geen reden is om aan te nemen dat appellante niet in verzuim is geweest, waardoor het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk wordt verklaard. De Raad heeft geen termen gezien om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, dat betrekking heeft op de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. M.A. Hoogeveen, in aanwezigheid van griffier P. van der Wal, en is openbaar uitgesproken op 20 oktober 2004. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan een verzet open binnen zes weken na verzending van het afschrift.