ECLI:NL:CRVB:2004:AQ6915
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- E.W.F. Menkveld-Botinga
- T. Hoogenboom
- D.A.C. Slump
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring van hoger beroep in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 juli 2004 uitspraak gedaan over het verzet van de opposant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage. De rechtbank had op 30 juni 2003 de opposant niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep tegen een uitspraak die was gedaan onder toepassing van artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De opposant heeft op 9 maart 2004 verzet aangetekend tegen deze niet-ontvankelijkverklaring. Tijdens de zitting op 17 juni 2004 is de opposant in persoon verschenen, terwijl de geopposeerde, de Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten, zich niet heeft laten vertegenwoordigen.
De Raad heeft in zijn motivering vastgesteld dat de opposant in verzet geen nieuwe gronden heeft aangevoerd die de eerdere uitspraak zouden kunnen ondermijnen. De Raad verwijst naar artikel 18, tweede lid, aanhef en onder b, van de Beroepswet, waarin is bepaald dat tegen een uitspraak van een rechtbank als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Awb geen hoger beroep kan worden ingesteld. De Raad concludeert dat er geen evidente schending van de procesorde of fundamentele rechtsbeginselen is aangetoond die aanleiding zou geven tot doorbreking van het appèlverbod.
De Raad heeft ook opgemerkt dat de verwijzing van de opposant naar een eerdere uitspraak van de Raad niet relevant is, omdat deze uitspraak niet betrekking had op een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank die onder artikel 8:55, vijfde lid, van de Awb viel. Gezien deze overwegingen heeft de Raad besloten het verzet ongegrond te verklaren en geen termen aanwezig te achten voor toepassing van artikel 8:75 van de Awb. De uitspraak is gedaan door mr. G.P.A.M. Garvelink-Jonkers als voorzitter, bijgestaan door mr. T. Hoogenboom en mr. D.A.C. Slump als leden, en mr. E.W.F. Menkveld-Botinga als griffier.