ECLI:NL:CRVB:2004:AQ5984
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- Rechtspraak.nl
Naheffing premies sociale werknemersverzekeringswetten bij verlaging bruto loon werknemers
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 29 juli 2004, staat de naheffing van premies ingevolge de sociale werknemersverzekeringswetten centraal. De appellante, vertegenwoordigd door mr. A.R. Netze van Fitacc Accountants en Belastingadviseurs, heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zwolle. De zaak betreft de verlaging van het bruto loon van negentien werknemers in verband met de aanschaf van een personal computer. De Raad voor de Rechtspraak heeft vastgesteld dat de appellante de verlaging van het brutoloon schriftelijk heeft overeengekomen met de werknemers, maar dat deze verlaging niet heeft geleid tot een wijziging van de vakantietoeslag of de pensioengrondslag.
De gedaagde, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), heeft gesteld dat de appellante de pc-privéregeling onjuist heeft toegepast. De rechtbank heeft in haar uitspraak de uitleg van de gedaagde bevestigd, waarbij werd gesteld dat eigen bijdragen van werknemers buiten het premieloon moeten blijven als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank en concludeert dat de appellante niet aan alle voorwaarden heeft voldaan, waardoor de gedaagde terecht tot premienavordering is overgegaan.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en stelt dat er geen termen zijn om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak benadrukt dat tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep beroep in cassatie kan worden ingesteld, maar alleen ter zake van schending of verkeerde toepassing van specifieke artikelen.