ECLI:NL:CRVB:2004:AQ5877
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. van Leeuwen
- D.J. van der Vos
- T.L. de Vries
- Rechtspraak.nl
Opschorting van de betaling van de WAO-uitkering in verband met onrechtmatig verblijf in Nederland
In deze zaak gaat het om de opschorting van de WAO-uitkering van appellant, die in Marokko woont. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 27 juni 2002. De rechtbank had eerder het beroep tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond verklaard. Dit besluit, dat op 15 november 2000 werd genomen, hield in dat de uitkering van appellant met ingang van 1 maart 1999 werd opgeschort omdat hij niet beschikte over een geldige verblijfstitel in Nederland. Appellant betwistte de rechtmatigheid van deze opschorting en voerde aan dat het Uwv te laat had gehandeld door pas in 2000 te besluiten tot opschorting van de uitkering, terwijl hij al sinds 1 maart 1999 niet rechtmatig in Nederland verbleef.
De Raad overweegt dat op grond van artikel 50a van de WAO de betaling van een uitkering kan worden opgeschort indien de ontvanger een vreemdeling is die niet rechtmatig in Nederland verblijft. De Raad stelt vast dat appellant op de relevante datum in Nederland verbleef, maar niet rechtmatig. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de opschorting van de uitkering per 1 maart 1999 niet in strijd is met de wet of beginselen van behoorlijk bestuur. De grief van appellant dat hij sinds mei 2000 heeft geprobeerd toestemming te krijgen om met behoud van uitkering terug te keren naar Marokko, wordt door de Raad verworpen, omdat deze niet relevant is voor de datum in geding.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep van appellant niet kan slagen. De Raad ziet geen aanleiding om een proceskostenveroordeling toe te passen. De uitspraak wordt openbaar gedaan op 23 juli 2004, met mr. H. van Leeuwen als voorzitter en mr. D.J. van der Vos en mr. T.L. de Vries als leden.