ECLI:NL:CRVB:2004:AP8356
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- Rechtspraak.nl
Niet betalen van griffierecht in hoger beroep
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Roermond van 4 maart 2004. De Centrale Raad van Beroep behandelt de kwestie van het niet betalen van het griffierecht, dat volgens artikel 22 van de Beroepswet verschuldigd is bij indiening van een beroepschrift. Appellant is op 20 april 2004 schriftelijk gewezen op de verplichting om een griffierecht van € 102,-- te betalen, met de voorkeur om dit te doen via een bijgevoegde acceptgirokaart. Op 11 mei 2004 ontving appellant een aangetekende brief waarin hij opnieuw werd herinnerd aan de betaling van het griffierecht, met de mededeling dat het bedrag binnen vier weken na de datum van de brief op de rekening van de Centrale Raad van Beroep moest zijn bijgeschreven of ter griffie moest zijn gestort. De Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht niet binnen deze termijn is betaald. Aangezien er geen reden is om aan te nemen dat appellant niet in verzuim is geweest, heeft de Raad het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, dat betrekking heeft op de kostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. G.M.T. Berkel-Kikkert, in aanwezigheid van griffier T. Hemelrijk-van den Oudenalder, en werd openbaar uitgesproken op 28 juni 2004.