ECLI:NL:CRVB:2004:AP8110
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- K. Zeilemaker
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Afkoop van wachtgeldaanspraken en het gelijkheidsbeginsel in het ambtenarenrecht
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Breda, waarin zijn verzoek om afkoop van wachtgeldaanspraken was afgewezen. Appellant was van 1 juni 1997 tot 1 juni 1999 werkzaam als chef financiële en administratieve zaken bij het Politie Instituut Openbare Orde en Veiligheid, dat deel uitmaakt van het Landelijk Selectie- en Opleidingsinstituut Politie (LSOP). Na een periode van ziekte heeft appellant een andere functie aanvaard, maar verzocht hij om afkoop van zijn wachtgeldaanspraken, wat door gedaagde werd afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna appellant in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat gedaagde in redelijkheid heeft kunnen weigeren om tot afkoop van de wachtgeldaanspraken over te gaan. De Raad verwijst naar de overwegingen van de rechtbank en benadrukt dat er een rechtens relevant verschil is tussen de situatie van appellant en die van een ex-collega, die wel afkoop had gekregen. De Raad oordeelt dat de collega in een andere positie verkeerde, omdat hij ten tijde van zijn ontslag nog geen andere baan had, terwijl appellant al verzekerd was van een nieuwe functie. Dit verschil rechtvaardigt de verschillende behandeling van de twee gevallen.
De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en oordeelt dat er geen termen zijn om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend. De uitspraak is openbaar gedaan op 24 juni 2004, waarbij de voorzitter en de leden van de Raad hun beslissing hebben vastgelegd.