ECLI:NL:CRVB:2004:AP1755
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- J.W.P. van der Hoeven
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van eerdere uitspraak inzake sociale zekerheidswetgeving
In deze zaak heeft verzoeker op 2 mei 2002 verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 8 maart 2002, waarin zijn verzoeken onder de nummers 99/5244 en 01/1966 AAW/WAO waren behandeld. De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om herziening op 15 juni 2004 behandeld, maar beide partijen zijn niet verschenen tijdens de zitting op 4 mei 2004. De Raad heeft vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die aanleiding geven tot herziening van de eerdere uitspraak. Volgens artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een onherroepelijke uitspraak alleen worden herzien op basis van feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden, niet bekend waren bij de indiener van het verzoek en die, indien ze eerder bekend waren geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. De Raad concludeert dat verzoeker niet heeft voldaan aan deze voorwaarden, waardoor het verzoek om herziening wordt afgewezen. De Raad heeft ook geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb, wat betreft de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. Ch. van Voorst, met mr. J.W.P. van der Hoeven als griffier, en is openbaar uitgesproken op 15 juni 2004.