ECLI:NL:CRVB:2004:AO8771
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.I. 't Hooft
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- O.J.D.M.L. Jansen
- Rechtspraak.nl
Schikking inzake vervoersvoorziening voor gehandicapte gedaagde
In deze zaak gaat het om een geschil tussen het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Oostburg en een gedaagde, die een verzoek had ingediend voor een bruikleenbus en financiële tegemoetkoming voor een rolstoeltaxi op basis van de Wet voorzieningen gehandicapten (WVG). Het primaire besluit van 8 januari 2002 weigerde de verstrekking van de bruikleenbus, maar kende wel een financiële tegemoetkoming toe voor de kosten van een rolstoeltaxi en een autoaanpassing. Gedaagde maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard door het College. Hierop volgde een beroep bij de rechtbank Middelburg, die het bestreden besluit vernietigde en het College opdroeg een nieuw besluit te nemen.
Appellant ging in hoger beroep tegen deze uitspraak. Tijdens de zitting op 24 maart 2004 werd een schikking bereikt tussen partijen. Appellant stelde een bedrag van € 12.000,-- ter beschikking voor de aanschaf van een aangepaste auto voor gedaagde. Dit bedrag zou worden uitbetaald aan de wettelijk vertegenwoordiger van gedaagde bij de aanschaf van de auto. Gedaagde zou gedurende zeven jaar geen beroep doen op vervoersvoorzieningen op basis van de WVG, tenzij zijn medische situatie fundamenteel wijzigde. Bij beëindiging van het gebruik van de rolstoelbus binnen deze periode, zou de bus in overleg met appellant worden verkocht en de opbrengst verdeeld.
De Centrale Raad van Beroep verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk, omdat er geen belang meer bestond bij de beoordeling van het hoger beroep na de schikking. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 14 april 2004 door de Centrale Raad van Beroep, met de voorzitter en twee leden.