ECLI:NL:CRVB:2004:AO8764
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.I. 't Hooft
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Schikking inzake financiële tegemoetkoming voor vervoerskosten onder de Wet voorzieningen gehandicapten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door appellante tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer. Het primaire besluit, genomen op 5 november 1999, beëindigde de financiële tegemoetkoming voor vervoerskosten van appellante per 1 januari 2000. In plaats daarvan werd appellante een tegemoetkoming in de kosten van deelname aan de Stadstax aangeboden, bestaande uit maximaal 300 gratis ritten. Appellante maakte bezwaar tegen dit besluit, maar dit werd door gedaagde ongegrond verklaard in een besluit van 23 mei 2000. De rechtbank 's-Gravenhage verklaarde op 3 juni 2002 het beroep tegen dit besluit eveneens ongegrond.
Appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.H.J. Toxopeus, heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 10 maart 2004 is de zaak behandeld, waarbij gedaagde werd vertegenwoordigd door mr. P.C. van Aller. Tijdens deze zitting is er op initiatief van de Raad een schikking tot stand gekomen. Gedaagde heeft aangeboden om appellante alsnog een financiële tegemoetkoming van f 900,- per jaar toe te kennen, met ingang van 1 januari 2000. Deze tegemoetkoming zou worden voortgezet, tenzij er fundamentele wijzigingen in de omstandigheden of wet- en regelgeving zouden optreden. Gedaagde verklaarde ook geen beroep meer te zullen doen op de eerdere uitspraak van de rechtbank.
Appellante heeft ingestemd met deze schikking, en beide partijen hebben elkaar finale kwijting verleend. Gezien deze schikking heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld dat er geen belang meer bestaat bij de beoordeling van het hoger beroep, waardoor het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.