ECLI:NL:CRVB:2004:AO8405
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.I. 't Hooft
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake financiële tegemoetkoming voor gebruik bruikleenauto
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, waarin de appellant, vertegenwoordigd door mr. M.H.J. Toxopeus, in beroep ging tegen besluiten van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer. De besluiten betroffen de hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een bruikleenauto, die aan de appellant was toegekend op basis van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg). De appellant ontving een maandelijkse tegemoetkoming van f. 111,33, die hij als onvoldoende beschouwde om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak behandeld op 10 maart 2004, waarbij de appellant in persoon aanwezig was en bijgestaan door zijn advocaat. De gemeente Zoetermeer werd vertegenwoordigd door mr. P.C. van Aller.
De Raad heeft de bestreden besluiten van 7 juni 2001 en 15 oktober 2001 beoordeeld en geconcludeerd dat de appellant recht had op de financiële tegemoetkoming zoals vastgesteld door de gemeente. De Raad oordeelde dat de appellant, zolang hij gebruik maakte van de bruikleenauto, recht had op de vastgestelde tegemoetkoming en dat de door hem aangevoerde gronden voor een hogere tegemoetkoming niet voldoende onderbouwd waren. De Raad bevestigde dat de appellant met de toegekende financiële voorziening in staat was om zijn sociale contacten te onderhouden en deel te nemen aan het dagelijks leven. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak werd gedaan door de Centrale Raad van Beroep op 21 april 2004, waarbij de betrokken rechters de beslissing unaniem steunden.