ECLI:NL:CRVB:2004:AO8352
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsuitkering op grond van rechtmatig verblijf volgens de Algemene bijstandswet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 april 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een bijstandsuitkering aan appellante. De aanvraag was afgewezen op de grond dat appellante niet rechtmatig in Nederland verbleef volgens de Algemene bijstandswet (Abw). De zaak is ontstaan na een eerdere uitspraak van de rechtbank Almelo op 14 augustus 2001, waar appellante tegen in beroep ging. De Centrale Raad heeft de feiten zoals vastgesteld door de rechtbank als uitgangspunt genomen.
De Raad heeft vastgesteld dat de afwijzing van de bijstandsaanvraag van appellante, die op 26 januari 1999 was ingediend, terecht was. De rechtbank had geoordeeld dat appellante geen vreemdeling was in de zin van de Vreemdelingenwet en dat zij niet gelijkgesteld kon worden met een Nederlander op basis van de Abw. Ook het beroep op artikel 11 van het Europees Verdrag voor Sociale en Medische Bijstand (EVSMB) werd verworpen, omdat er geen sprake was van rechtmatig verblijf.
De Centrale Raad heeft de argumenten van appellante in hoger beroep beoordeeld, maar vond geen nieuwe gezichtspunten die tot een ander oordeel konden leiden. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en bevestigde de eerdere uitspraak. Er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken, en de uitspraak werd openbaar gemaakt op 20 april 2004.