ECLI:NL:CRVB:2004:AO7533
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- M.C.M. Hamer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van bijzondere bijstand voor kosten van een gerechtelijke procedure
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin zijn verzoek om bijzondere bijstand voor de kosten van een gerechtelijke procedure werd afgewezen. De rechtbank had op 7 augustus 2001 geoordeeld dat de Wet op de rechtsbijstand (WRB) een toereikende voorziening biedt voor de kosten van juridische procedures, en dat artikel 17, eerste lid, van de Algemene bijstandswet (Abw) in beginsel aan de toekenning van bijzondere bijstand voor deze kosten in de weg staat. Appellant heeft zijn hoger beroep gemotiveerd, maar de Centrale Raad van Beroep heeft, net als de rechtbank, geen aanleiding gezien om de eerdere uitspraak te herzien.
De Raad overweegt dat appellant geen rechtsbijstand heeft aangevraagd onder de WRB en dat hij heeft aangegeven geen gebruik meer te willen maken van deze mogelijkheid vanwege slechte ervaringen met advocaten. Hij wenst bijstand van een advocaat buiten de WRB om, maar dit zou aanzienlijke kosten met zich meebrengen die niet voor vergoeding in aanmerking komen. De Raad concludeert dat er geen zeer dringende redenen aanwezig zijn om in afwijking van de regels bijzondere bijstand te verlenen voor deze kosten.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. Th.C. van Sloten, in tegenwoordigheid van mr. M.C.M. Hamer als griffier, en is openbaar uitgesproken op 23 maart 2004.