ECLI:NL:CRVB:2004:AO4705
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- R.H.M. Roelofs
- C.J. Borman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering bijstandsuitkering op basis van schending inlichtingenplicht
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van een bijstandsuitkering van appellante, die sinds 29 januari 1985 een bijstandsuitkering ontving op basis van de Algemene Bijstandswet (Abw). De gemeente Amsterdam, als gedaagde, heeft naar aanleiding van een melding dat appellante oppaswerkzaamheden verrichtte, een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellante haar inlichtingenplicht had geschonden, waardoor haar recht op bijstand over een bepaalde periode niet meer kon worden vastgesteld. De gemeente heeft daarop besloten om de bijstandsuitkering van appellante over de periode van 21 december 1995 tot en met 25 maart 1999 in te trekken en de kosten van bijstand terug te vorderen, wat resulteerde in een bedrag van f 71.666,39.
Appellante heeft tegen deze besluiten bezwaar gemaakt, maar de gemeente verklaarde deze bezwaren ongegrond. De rechtbank Amsterdam heeft in een eerdere uitspraak het beroep van appellante gegrond verklaard, het besluit van de gemeente vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten. Appellante ging in hoger beroep, waarbij zij stelde dat haar reconstructie van gewerkte uren en verdiensten voldoende betrouwbaar was om haar recht op bijstand vast te stellen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de gemeente ten onrechte tot volledige intrekking van de bijstandsuitkering is overgegaan. De Raad oordeelde dat de gemeente onvoldoende rekening had gehouden met de relevante gegevens die na de intrekking beschikbaar waren gekomen. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, verklaarde het beroep gegrond en oordeelde dat de gemeente een nieuw besluit op bezwaar moest nemen, waarbij de proceskosten van appellante werden vergoed.