ECLI:NL:CRVB:2004:AO3626
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.I. 't Hooft
- Th.G.M. Simons
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- Rechtspraak.nl
Aanvraag om vervangende bruikleenauto in verband met medische situatie en sociaal isolement
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, vertegenwoordigd door mr. F.S.P. Gijsberti Hodenpijl, tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 18 juni 2002. De zaak betreft de aanvraag van appellant voor (vervanging van) een bruikleenauto, die was afgewezen door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. Het bestreden besluit van 7 september 2001 verklaarde het bezwaar van appellant ongegrond, met als argument dat appellant, gezien zijn medische beperkingen, adequaat kon deelnemen aan het dagelijks leven met een gesloten buitenwagen en dat een taxivergoeding in beperkte mate zijn vervoersbehoefte buiten de regio kon dekken.
De rechtbank had vastgesteld dat appellant, vanwege een neurologische aandoening, beperkingen ondervond in zijn mobiliteit, vooral bij verplaatsingen buitenshuis. De rechtbank concludeerde dat appellant niet in staat was om gebruik te maken van het openbaar vervoer en dat hij voor verplaatsingen buiten zijn woonomgeving afhankelijk was van een gesloten vervoermiddel. De Raad voor de Rechtspraak heeft de argumenten van appellant in hoger beroep beoordeeld, maar vond geen aanleiding om het oordeel van de rechtbank te weerleggen. De Raad concludeerde dat de medische beoordelingen voldoende waren en dat er geen contra-indicaties waren voor het gebruik van een gesloten buitenwagen of taxi.
De Raad oordeelde dat appellant, ondanks het ontbreken van een bruikleenauto, niet in een sociaal isolement zou komen te verkeren, gezien zijn sociale contacten in de directe omgeving. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werden geen proceskosten aan de gedaagde opgelegd. De uitspraak werd gedaan op 7 januari 2004 door de Centrale Raad van Beroep, met M.I. 't Hooft als voorzitter en de andere rechters als leden.