ECLI:NL:CRVB:2004:AO2547
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake advies CVA en opvragen informatie uit persoonsdossier
In deze zaak gaat het om een hoger beroep ingesteld door appellant, luitenant ter zee van de elektronische dienst der eerste klasse van de Koninklijke Marine, tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 5 juli 2001. De rechtbank had in die uitspraak geoordeeld dat appellant niet kan worden ontvangen in zijn beroep tegen de inhoud en de motivering van het advies van de Commissie van Advies Hoofdofficieren (CVA). Appellant had verzocht om informatie uit zijn persoonsdossier en om verwijdering van het CVA-advies uit dat dossier. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 20 november 2003, waarbij appellant werd bijgestaan door mr. O.W. Borgeld en gedaagde werd vertegenwoordigd door mr. G. van der Zee van het Ministerie van Defensie.
De Raad heeft overwogen dat appellant in hoger beroep niet kan worden ontvangen in zijn verzoeken, omdat hij in de bezwaar-fase niet expliciet om verwijdering van het CVA-advies heeft verzocht. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat er geen plicht bestaat voor gedaagde om informatie te produceren die niet in het persoonsdossier aanwezig is. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep van appellant niet slaagt. De Raad ziet geen aanleiding om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskosten worden toegewezen.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is gedaan op 8 januari 2004, waarbij de voorzitter en de leden van de Raad de beslissing hebben genomen in aanwezigheid van de griffier. De Raad concludeert dat de eerdere uitspraak van de rechtbank in stand blijft, en dat appellant niet kan worden ontvangen in zijn verzoeken.