ECLI:NL:CRVB:2004:AO2506
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Ontslag van aspirant politie-surveillant wegens ongeschiktheid tijdens basisopleiding
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellante die als aspirant politie-surveillant was aangesteld voor de duur van de basisopleiding. Appellante is op 1 september 1997 aangesteld, maar kreeg op 13 februari 1998 ontslag verleend op grond van ongeschiktheid, zoals vastgelegd in artikel 89, vierde lid, onder b (oud), van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp). Het bezwaar dat appellante tegen dit ontslag indiende, werd op 2 mei 2001 ongegrond verklaard door de Korpsbeheerder van de politieregio Hollands Midden. De rechtbank 's-Gravenhage verklaarde het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond, waarna appellante in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de rechtbank terecht oordeelde dat appellante niet voldeed aan de geschiktheidseisen voor de functie. De Raad baseerde zich op verslagen van verschillende docenten en begeleiders, die een consistent beeld schetsten van appellantes functioneren. Ondanks het verweer van appellante, die stelde dat zij geschikt was en dat er sprake was van animositeit van haar klassedocente, vond de Raad onvoldoende aanknopingspunten om dit standpunt te ondersteunen.
De Raad concludeerde dat de Korpsbeheerder bevoegd was om appellante eervol ontslag te verlenen en dat er geen sprake was van strijd met geschreven of ongeschreven recht. De overschrijding van de beslistermijn, die was ontstaan door meerdere hoorzittingen en een psychologisch onderzoek, leidde niet tot vernietiging van het besluit. De Raad bevestigde derhalve de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.